Dit is de 237e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit, Jurgen het over:
Slimmer presteren met kennis van je spiervezeltype, met Special Guest Eline Lievens
Beweeg jij als een albatros, een aap of een jachtluipaard? Het antwoord hangt af van je spiervezeltype. In de spieren bestaan grofweg trage vezels, die energie-efficiënt zijn en lang kunnen volhouden, en snelle vezels, die korte explosieve kracht leveren. Sommige mensen hebben een bijna gelijke verdeling, anderen zijn uitgesproken uithouders of juist sprinters.
Die verdeling zegt veel over je aanleg en beïnvloedt hoe je reageert op training, voeding en herstel. Lange tijd konden wetenschappers dit alleen vaststellen met een pijnlijke spierbiopt, maar dankzij recent onderzoek zijn er nu nieuwe, niet-invasieve manieren om jouw spiervezeltype in beeld te brengen.
Van biopt naar MRI: hoe werkt een spiervezeltype test?
Eline Lievens promoveerde aan de Universiteit Gent op het thema Myotypes: the relevance of muscle fiber typology in sports. Samen met promotor Wim Derave ontwikkelde ze een innovatieve methode: via een MRI-techniek wordt de stof carnosine in je spieren gemeten. Carnosine komt meer voor in snelle vezels dan in trage, waardoor de verhouding zichtbaar wordt zonder naalden of pijnlijke ingrepen.
Die methode is inmiddels gevalideerd en wordt in de praktijk toegepast, onder meer bij Manchester United en de Belgische wielerbond. Ook in Nederland wordt ermee gewerkt: Jurgen en Gerrit deden mee aan een onderzoek in Amsterdam onder leiding van Maarten Groot, waar MRI-scans werden gecombineerd met veldtesten zoals sprintjes en sprongen.
Spiervezeltype sport: wat kun je ermee?
Voor sporters en coaches is de kennis over spiervezeltypes bijzonder waardevol. Zo kan een spiervezeltype test inzicht geven in de optimale manier van trainen:
- Sporters met veel trage vezels herstellen sneller en kunnen meer volume en frequentie aan.
- Atleten met veel snelle vezels zijn gevoeliger voor overbelasting en profiteren meer van kortere, intensievere prikkels.
Eline noemt een concreet voorbeeld: binnen een voetbalteam kan de ene speler qua vezeltype lijken op Usain Bolt en de ander op Bashir Abdi. Beide kunnen succesvol zijn, maar het trainingsprogramma moet verschillen in omvang en intensiteit. Voor een marathonloper met veel snelle vezels is het vaak slimmer om minder kilometers te maken, maar wel intensiever te trainen.
Hoe trainbaar is je spiervezeltype?
Een van de grote vragen is in hoeverre je spiervezels door training kunnen veranderen. Uit studies van enkele weken tot maanden blijkt dat de verdeling vrij stabiel blijft, al kunnen snelle vezels verschuiven tussen subtypes (IIa en IIx). Op de lange termijn spelen genetica en leeftijd ook een rol.
Het antwoord is dus genuanceerd: je vezeltype bepaalt voor een groot deel je aanleg, maar training kan wel subtiel bijsturen.
De Muscle Talent Scan en Muscle Monitor
Eline ontwikkelde de Muscle Talent Scan, waarmee jonge atleten inzicht krijgen in hun aanleg en coaches gerichter keuzes kunnen maken. Zo kan een 400- of 800-meterloper met de juiste spiervezels beter begeleid worden richting de discipline die het meest kansrijk is.
Daarnaast start ze met de Muscle Monitor, een langlopend onderzoek naar de relatie tussen spiervezeltypes en gezondheid. Vroege resultaten wijzen erop dat mensen met veel snelle vezels gevoeliger kunnen zijn voor aandoeningen als diabetes en obesitas. Op termijn kan dit leiden tot gepersonaliseerde leefstijl- en trainingsadviezen, niet alleen voor topsporters maar ook voor de brede bevolking.
Wat betekent dit voor jou als sporter?
Of je nu recreant bent of toewerkt naar de top: inzicht in je spiervezeltype helpt om slimmer te trainen. Het geeft antwoord op vragen als: hoeveel volume kan ik aan, hoe plan ik mijn herstel, en welke trainingsvormen leveren het meeste rendement?
Dankzij het onderzoek van Eline Lievens komt die kennis dichterbij dan ooit, en kan iedereen leren presteren op een manier die past bij zijn of haar spieren.
Vragen die in deze aflevering worden beantwoord zijn:
1. Wat zijn spiervezeltypes en waarom zijn ze relevant voor sport?
Volgens Eline Lievens bestaat elke spier uit een mix van trage en snelle vezels. Trage vezels zijn efficiënt en volhardend, snelle vezels zorgen voor explosieve kracht. De verhouding bepaalt deels of iemand aanleg heeft voor duur- of krachtsport. Voor sporters en coaches is inzicht hierin waardevol, omdat het verklaart waarom trainingsrespons en herstel per individu zo sterk kunnen verschillen.
2. Hoe werkt een moderne spiervezeltype test zonder biopt?
Eline ontwikkelde samen met haar team in Gent een niet-invasieve MRI-techniek waarbij de stof carnosine in spieren wordt gemeten. Carnosine komt vaker voor in snelle vezels en geeft zo een betrouwbaar beeld van de verdeling. Deze methode vervangt het pijnlijke spierbiopt en wordt inmiddels toegepast door topsportclubs als Manchester United en de Belgische wielerbond. Ook in Nederland zijn veldtesten ontwikkeld om dit inzicht praktisch te benutten.
3. Wat kan een sporter met de kennis van zijn spiervezeltype?
Eline benadrukt dat kennis van je spiervezeltype helpt om training en herstel beter af te stemmen. Sporters met veel trage vezels kunnen doorgaans meer volume en frequentie aan, terwijl snelle vezeltypes gevoeliger zijn voor overbelasting en beter gedijen bij intensieve maar kortere prikkels. Dit inzicht helpt zowel individuele sporters als coaches in teamsporten om programma’s te personaliseren.
4. In hoeverre kun je je spiervezeltype trainen of veranderen?
Onderzoek laat zien dat de verdeling tussen trage en snelle vezels grotendeels genetisch bepaald is en stabiel blijft. Wel kan training zorgen voor subtiele verschuivingen tussen subtypes, zoals van snelle IIx naar IIa vezels. Volgens Eline is het vooral zaak om je trainingen af te stemmen op je dominante vezeltype. Daarmee haal je het meeste rendement uit je aanleg, zonder onnodige risico’s op blessures of overbelasting.
5. Wat zijn de Muscle Talent Scan en Muscle Monitor?
De Muscle Talent Scan is een instrument dat Eline ontwikkelde om jonge atleten inzicht te geven in hun spiervezeltype en zo te helpen bij de juiste disciplinekeuze. De Muscle Monitor is haar nieuwe onderzoeksproject dat kijkt naar de link tussen spiervezeltypes en gezondheid. Het doel: nagaan of bepaalde vezelprofielen een hogere kans geven op ziektes zoals diabetes of obesitas, en hoe training preventief kan werken.
6. Welke lessen zijn er voor recreatieve sporters?
Niet alleen topsporters profiteren van deze kennis. Voor iedere sporter kan een beter begrip van het eigen spiervezeltype helpen om slimmer te trainen. Zo kan een loper met veel snelle vezels beter kiezen voor minder kilometers en meer intensiteit, terwijl een trage vezeltype juist veel volume aankan. Zoals Eline het zegt: je hoeft je vezeltype niet te veranderen, maar je kunt er wél slimmer mee omgaan.
Handige bronnen en links:
- Het toegankelijke ebook waarin Eline Lievens haar onderzoeksresultaten van “Myotypes : the relevance of muscle fiber typology in sports” zeer grafisch heeft weergegeven: https://biblio.ugent.be/publication/8719519
- Onderzoeksprofiel van Eline Lievens met alle publicaties: https://research.ugent.be/web/person/eline-lievens-0/nl
- Samenvatting van 90 sec van het onderzoek van Eline:
https://www.hln.be/erpe-mere/sportonderzoekster-eline-30-genomineerd-voor-vlaamse-phd-cup-mooie-kans-om-met-mijn-onderzoek-het-grote-publiek-te-bereiken~a2bde05d/ - Het nieuwe boek van Eline Lievens over sporten als medicijn: https://www.lannoo.be/nl/de-beweegreden
- Aflevering 15 over de lastige combinatie tussen explosiviteit en duurvermogen: https://slimmer-presteren-podcast.nl/seizoen-1/explosiviteit-of-uithoudingsvermogen-wat-heeft-een-atleet-nodig/
- Aflevering 135 over de anaerobe tank: https://slimmer-presteren-podcast.nl/seizoen-7/135-slimmer-je-anaerobe-tank-inzetten-hoe-doe-je-dat/

Één reactie op “237. Slimmer presteren met kennis van je spiervezeltype, met Special Guest Eline Lievens”
https://shorturl.fm/vlvaH